Oog hebben voor mantelzorgers met een migratieachtergrond

De rijke verscheidenheid in de Nederlandse samenleving gaat gepaard met een toename van het aantal ouderen met een niet-westerse migratieachtergrond. Dit heeft gevolgen voor de diensten en behoefte met betrekking tot zorg en ondersteuning van deze groep (Fokkema & Das, 2020). In Nederland zijn er in totaal vijf miljoen mantelzorgers, die zorg en ondersteuning bieden aan een naaste, waarvan ongeveer één op de tien een niet-westerse migratieachtergrond heeft (De Boer et al., 2020). Mantelzorgers met een migratieachtergrond bieden vaak intensieve hulp en zijn relatief vaak (zwaar) belast. Ook vinden zij veel vaker dat mensen zoveel mogelijk hulp van familie of vrienden moeten krijgen en vragen hierdoor minder snel om professionele ondersteuning. Dit stelt zowel de mantelzorgers als zorgprofessionals  voor verschillende uitdagingen (Jennissen et al., 2018; De Boer et al., 2020). Daarom staat het bereiken én ondersteunen van mantelzorgers met een migratieachtergrond in iedere gemeente hoog op de agenda. Movisie verzamelt goede voorbeelden, bestaande wetenschappelijke kennis en gaat samen met de praktijk leren hoe mantelzorgers beter bereikt én ondersteund kunnen worden.

Wist je dat…

  • Vrouwen gemiddeld meer uren mantelzorg verlenen dan mannen?
  • En deze verdeling bij mantelzorgers met een migratieachtergrond nog schever ligt?
  • Mantelzorgers met een migratieachtergrond gemiddeld intensiever hulp verlenen?
  • Dat 12% van deze groep mantelzorgers aangeeft overbelast te zijn?
  • Zij vaak vanaf jonge leeftijd hulp verlenen binnen de familie?
  • Dat 38% van deze mantelzorgers aan geeft niet te weten dat er ondersteuning voor hen is?
(Bron: SCP)

Verschillende zorgopvattingen

Net als alle mantelzorgers zorgen mantelzorgers met een migratieachtergrond vaak met veel liefde voor hun familielid of naaste en ervaren hier geen negatieve gevolgen van. Het zorgen voor een familielid of naaste kan juist ook veel voldoening geven. Maar de reden waarom men mantelzorg verleent, kan verschillend zijn tussen de groepen mantelzorgers met én zonder migratieachtergrond (De Boer et al., 2020). In sommige culturen is het zorgen voor een zieke naaste of familielid meegegeven in de opvoeding, waardoor het mantelzorgen geen bewust gemaakte keuze is, maar een vanzelfsprekendheid (Hengelaar et al., 2021). Mantelzorgen wordt daarmee een verwachting en een plicht die je hoort te doen. Mantelzorgers met een migratieachtergrond geven vaker aan hulp te verlenen, omdat dit expliciet aan hen gevraagd wordt. In bepaalde culturen zoals de Turkse of Marokkaanse zijn er sterke normen en waarden rondom familiesolidariteit, waardoor het tonen van respect en zorgen voor ouderen binnen de familie erg belangrijk en normaal wordt gevonden (Te Riele & Kloosterman, 2015; Yerden, 2013). Daarbij kan het zorgen voor ouderen in de familie ook een onderdeel van de geloofsregels zijn, waardoor men mantelzorg verleent om aan de regels van het geloof te voldoen (Cuijpers et al., 2012; Hengelaar et al., 2021). Omdat het bieden van hulp en ondersteuning aan een familielid of naaste binnen deze groep mantelzorgers als ‘normaal of ‘een vanzelfsprekende plicht’ wordt ervaren, wordt er minder openlijk over gesproken. Hierdoor lijkt het alsof er relatief weinig mantelzorgers zijn met een migratieachtergrond. Een belangrijke kanttekening hierbij is dat wanneer mensen zichzelf niet identificeren als mantelzorger of hier openlijk over durven te praten, zij ook niet meedoen aan onderzoeken over mantelzorg of ondersteuning bij hun zorgtaken zoeken (De Boer et al., 2020). Het vragen van hulp bij de zorg kan gezien worden als zwakte, waardoor er door de gemeenschap op je neer gekeken kan worden. Zeker wanneer het gaat om het zorgen voor een familielid of naaste met een verstandelijke of lichamelijke beperking. Hier rust vaak een taboe op, waardoor er niet buiten de familie over problemen en zorglast wordt gepraat.

‘Veel mensen met een migratieachtergrond durven hun naaste niet naar een dagbesteding of verzorgingshuis te sturen: ‘Straks houden ze bijvoorbeeld geen rekening met het eten’ of ‘Wat zullen andere mensen hier wel niet van zeggen?’. Dat is echt een taboe in Nederland onder mantelzorgers met een migratieachtergrond.‘’ – Ervaringsdeskundige

De zorg voor een familielid of naaste wordt daardoor alleen gedragen en wordt zo veel mogelijk binnen de familie opgelost. Dit heeft als gevolg dat vooral vrouwelijke mantelzorgers zwaar belast worden, omdat die over het algemeen het meeste mantelzorg verlenen (De Boer et al., 2021; Hengelaar et al., 2021; Tonkens et al., 2011).

Diversiteit

De grootste groepen klassieke migranten in Nederland zijn van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse of Antilliaanse afkomst. Dit zijn de zogenoemde klassieke migrantengroepen. Daar komen de meer recente groepen bij, afkomstig uit Afghanistan, Iran, Eritrea of Syrië. Uit recent onderzoek van de WRR ‘Samenleven in verscheidenheid’ wordt extra benadrukt dat groepen nieuwkomers in Nederland meer divers zijn dan ooit op het gebied van herkomstland maar ook in motieven van migratie en verblijfsduur in Nederland. Er wordt in onderzoeken vaak geschreven over een groep migranten alsof het een homogene groep is met dezelfde achtergrond en kenmerken. Daarom is het van belang om te bedenken dat niet alleen deze groepen van elkaar verschillen, maar ook personen binnen de groep.

Vraagverlegenheid

Niet iedereen heeft ondersteuning nodig in de mantelzorgtaken, maar uit het SCP-onderzoek blijkt dat vooral mantelzorgers met een migratieachtergrond minder om ondersteuning vragen (De Boer et al., 2020). Het feit dat de mantelzorgers met een niet-westerse migratieachtergrond de zorg minder vaak met professionals delen, wordt deels verklaard door de verschillende opvattingen die zij hebben over ziek zijn, de vaardigheid om passende zorg te zoeken en om deel te nemen aan de gezondheidszorg (Fokkema & Das, 2020). Dan is er ook nog vaak de taboes die hangen rondom ziektes en beperkingen of de schaamte om de zorg voor je ouders over te dragen aan anderen (KIS, 2016). Aan de andere kant is er wel een verschuiving in bepaalde opvattingen rondom schaamte en taboe, omdat de 2e of 3e generatie migranten meer geaccultureerd zijn met de Nederlandse zorgopvattingen, waardoor het normaler gevonden wordt om beroep te doen op de formele zorg.

‘’Religieuze opvattingen maken het soms dat mensen denken dat een beperking of ziekte een straf is. Dit leidt ertoe dat mensen zich kunnen schamen voor een zieke naaste en het zorgen zien als iets wat zij zelf in afzondering van anderen moeten doen.’’ – Stichting lezen en schrijven

Deze groep mantelzorgers vragen niet altijd zelf om hulp, maar hebben wel de behoefte aan ondersteuning. Echter zijn zij vaak ook niet bekend met mogelijkheden voor mantelzorgondersteuning (De Boer at al., 2020; Van Wieringen & Van Grondelle, 2014). En indien ze bekend ermee zijn, is de weg naar ondersteuning die vanuit de gemeente geboden kan worden niet altijd duidelijk. Ook kan gebrek aan kennis van het Nederlandse zorgstelsel een belemmering vormen. Dit kan ervoor zorgen dat de mantelzorger niet kan beginnen aan het proces voor het aanvragen van ondersteuning of tussentijds afhaakt. Ook wordt aangegeven dat er hulp nodig is met de formele regelkant in het krijgen van ondersteuning. De hoeveelheid bureaucratie die komt kijken bij de aanvraag van bijvoorbeeld het persoonsgebonden budget maakt dat veel mantelzorgers afhaken. Als de mantelzorger dan ook nog de Nederlandse taal niet goed machtig is, bestaat er een grotere kans dat deze aanvragen worden afgewezen. Wanneer iemand de Nederlandse taal niet machtig is, ervaart men meer hindernis om de informatie te krijgen, die nodig is voor een ondersteuning, omdat deze vaak niet vertaald worden óf niet beschikbaar zijn in pictogrammen voor laaggeletterden (Klokgieters et al., 2018).

Dementie

Opvallend is dat ouderdomsziekten zoals hart- en vaatziekten of dementie vaker voorkomen bij ouderen met een migratieachtergrond. Dementie is bij veel migrantengroepen een relatief onbekend verschijnsel. Zorg wordt door familie of naasten overgenomen die door gebrek aan kennis van dementie of schaamte over de ziekte niet de juiste hulp zoeken voor zichzelf of de persoon voor wie zij zorgen. Daarnaast is het bekend dat mantelzorgers die zorgen voor een naaste met dementie vaak zwaar belast zijn.

Cultuursensitief werken cruciaal in de ondersteuning

Mantelzorgers met een migratieachtergrond hebben vaak andere opvattingen over hoe je zorg verleent en wat goede zorg is. Zij vinden ook vaker dat ‘hun’ hulpbehoevende onvoldoende hulp krijgt (De Boer et al., 2021). Echter weten zij niet altijd hoe zij hun zorgvraag moeten formuleren en lijken hierdoor minder assertief, waardoor de zorgprofessionals hun problemen minder snel herkennen of signaleren. Terwijl mantelzorgers zonder migratieachtergrond vergeleken met deze groep vaak mondiger zijn en vanuit zichzelf meer zoeken naar mogelijkheden, waardoor ze durven om besluiten van professionals te bevragen (Van Wieringen & Van Grondelle, 2014). Hierdoor wordt er meer mogelijk in het krijgen van ondersteuning. Mantelzorgers met een migratieachtergrond doen dit minder in het proces, waardoor de ondersteuning die zij ontvangen kan hierdoor achterblijven (KIS, 2016). Mantelzorgers met migratieachtergrond vinden dat professionals en vrijwilligers onvoldoende oog hebben voor hun gebruiken, wensen en behoeften. Bij veel mantelzorgers uit deze groep ontbreekt het ook aan vertrouwen in de formele zorg in Nederland door eerdere negatieve ervaringen met zorg en het gevoel niet begrepen te worden, vanwege de andere culturele achtergrond of taal. Ze voelen ook dat professionele zorgverleners te veel vooroordelen hebben ten opzichte van zorg in andere culturen. Deze onderliggende factoren kunnen een reden vormen om formele zorg te vermijden en de zorg binnen de familie op te vangen (Klokgieters et al., 2018; Berdai-Chaouni & De Donder, 2019). Uit onderzoek blijkt dat veel zorgprofessionals zich niet ervan bewust zijn dat het ontbreken van cultuur- en religiegevoelige zorg een primaire reden is dat mantelzorgers met een migratieachtergrond het gebruik van professionele zorg vermijden (Claeys et al., 2020; Berdai-Chaouni & De Donder, 2019). Zij gaan ervan uitgaan dat de mantelzorgcultuur de belangrijkste reden is voor de lage levels van professioneel zorggebruik onder deze groep (Berdai-Chaouni & De Donder, 2019).

Oog voor meerdere diversiteitskenmerken

Beschouw mantelzorgers, van welke culturele of levensbeschouwelijke achtergrond ook, in de eerste plaats als individuen. Individuen worden niet louter bepaald door één aspect van hun achtergrond (Wittenberg et al., 2021). Nationaliteit, sociale status, leeftijd, financiële situatie, etniciteit en religie zijn bijvoorbeeld voortdurend aanwezig en staan in wisselwerking met elkaar. Het is daarom belangrijk om oog te hebben voor de complexe invloed die deze meerdere identiteitskenmerken op elkaar hebben en niet louter te focussen op de culturele aspecten. Dit helpt om het groter plaatje in beeld te krijgen en beter de behoeften in kaart te brengen, omdat je een breder kijk hebt op wie ze zijn. Bijvoorbeeld: Hamid is jongste zoon die nog thuis woont, zorgt voor zijn vader met dementie en werkt daarnaast fulltime in de apotheek etc. Deze brede blik helpt ook om als professionals bewust te zijn op ‘othering’. Bij ‘othering’ neemt men zijn eigen “normale” positieve sociale identiteit als ijkpunt, wat ertoe leidt dat de ervaring of de gebruiken van de ander (other) afwijkend of niet begrijpbaar is.
Voor mantelzorgers is het fijn als een professional begrip heeft voor de waarden en normen binnen de cultuur en daarmee bekend is. Daarnaast is het ook belangrijk dat de professional kijkt naar de individuele situatie en zich niet al vooraf baseert op culturele aannames. Dit leidt ertoe dat de mantelzorger zich meer gehoord en gesteund voelt in het proces van mantelzorg. Professionals zouden zich meer bewust moeten zijn van de ondersteuningsvragen van deze groep mantelzorgers en meer zicht krijgen in hun (cultuur)specifieke behoeften. Er zijn al praktische tips beschikbaar voor gemeenten om mantelzorgers met een migratieachtergrond beter te kunnen helpen. Deze factsheet van het Kennisplatform Inclusief Samenleven geeft bijvoorbeeld als tip om de informatie in verschillende talen of pictogrammen aan te bieden of overbelasting zo vroeg mogelijk tijdens het inburgeringsproces signaleren. Samenwerken met mantelzorgers en migrantenorganisaties is hierin ook belangrijk, net als het organiseren van lotgenoten contact en het signaleren van jonge mantelzorgers (KIS, 2016). Maar ze kunnen bijvoorbeeld onder andere ook rekening houden met de hoge verwachtingen die ouderen met een migratieachtergrond vaak van hun mantelzorgers (i.e. kinderen)  hebben (Yerden, 2013).

Literatuur

Berdai Chaouni S, De Donder L. Invisible realities: Caring for older Moroccan migrants with dementia in Belgium. Dementia. 2019;18(7-8):3113-3129. doi:10.1177/1471301218768923 Boer, A. de, de Klerk, M,. Verbeek-Oudijk, D. & . Plaisier, I. (2020). Blijvende bron van zorg; ontwikkelingen in het geven van informele hulp 2014-2019. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Boer, A. de, de Klerk, M., Plaisier, I. (2021). Mantelzorgers van ouders met een niet-westerse migratieachtergrond. Geron, Volume 23, Issue 3 Claeys, A., Berdai Chaouni, S., Tricas-Sauras, S., & De Donder, L. (2020). Culturally Sensitive Care: Definitions, Perceptions, and Practices of Health Care Professionals. Journal of Transcultural Nursing, 32(5), 484-492. [5]. https://doi.org/10.1177/1043659620970625 Fokkema, T. & Das, M. (2020). Familienetwerken van niet-westerse oudere migranten. In: De Mooij, M., Dieleman, D, de Regt, S. (red.) Jaarrapport Integratie 2020. Den Haag/Heerlen/Bonaire: CBS. Hengelaar, Rieke & Wittenberg, Yvette & Van Hartingsveldt, Margo & Kwekkeboom, Rick & Verdonk, Petra. (2021). Intersectionality in informal care research: a scoping review. Scandinavian Journal of Public Health. 10.1177/14034948211027816. Jennissen, R., Engebersen, G., Bokhorst, M., & Bovens, M. (2018). De nieuwe verscheidenheid: Toenemende diversiteit naar herkomst in Nederland. Den Haag: Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Kennisplatform Integratie & Samenleving (2016). Mantelzorgers met een migratieachtergrond ondersteunen. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut en Movisie. Klokgieters, S., van Tilburg, T., Deeg, D. & Huisman, M. (2018). Gezondheidsverschillen onder oudere migranten in Nederland. Demos, bulletin over bevolking en samenleving, 34(9), 4-7. Kloosterman, R. (2015). Familie is de belangrijkste bron voor hulp en steun. Sociaaleconomische trends, april 2015, Den Haag/Heerlen: Centraal Bureau voor de Statistiek. Te Riele, S. & Kloosterman, R. (2015). Familiesolidariteit: Hulp aan ouders en kinderen. Bevolkingstrends, december 2015. Centraal Bureau voor de Statistiek. Tonkens, E., Verplanke L., de Vries, L. (2011). Alleen slechte vrouwen klagen: problemen en behoeften van geïsoleerde allochtone spilzorgers in Nederland. Utrecht: Movisie Van Wieringen, J. C. M., & van Grondelle, N. J. (2014). Migrantenmantelzorgers: Onzichtbaar, onmisbaar… overbelast. Bijblijven, 30(5), 32-39. Wittenberg, Y., de Boer, A.H., de Klerk, M.M.Y., Verhoeff, A.P., & Kwekkeboom, R. (2021). How to understand diversity in citizens’ care attitudes: an exploratory study in the Netherlands. Ageing & Society, 1-20. https://doi.org/10.1017/S0144686X21001082. Yerden, I. (2013). Tradities in de knel: Zorgverwachtingen en zorgpraktijk bij Turkse ouderen en hun kinderen in Nederland. Proefschrift, Universiteit van Amsterdam.

Partners