Mantelzorgers geven zorg en ondersteuning aan een naaste vanuit een al bestaande relatie. Maar er zijn nog meer vormen van zorg en ondersteuning geven aan elkaar. Een daarvan is hulp van buren, waarbij buurtbewoners naar elkaar omzien. Dit wordt ook wel burenhulp of vrijwillige hulp door buren genoemd. De zorg en ondersteuning die buren elkaar geven verschilt enorm. Op dit moment is er actief overheidsbeleid om deze vorm van zorg en ondersteuning te stimuleren. Daarom is het belangrijk dat jij ook weet welke hulp buren elkaar bieden en hoe je daarmee omgaat in jouw werk.
Wat is vrijwillige hulp door buren?
De vrijwillige hulp door buren is alle zorg en ondersteuning die buren elkaar geven. Over het algemeen geven buren af en toe, kortdurend of lichte vormen van ondersteuning aan elkaar. Meestal leveren zij geen intensieve en structurele hulp. Ook zijn zij over het algemeen niet de centrale verzorger van degene met een hulpvraag, zoals een mantelzorger dat wel is.
Uit onderzoek blijkt dat zes procent van de mensen die mantelzorg verlenen dat voor een buur doet. Buren geven emotionele steun en begeleiding, bijvoorbeeld in de vorm van een lift naar het ziekenhuis. Vergeleken met vrienden geven ze zelfs vaker huishoudelijke hulp en verpleegkundige hulp, zoals hulp met het innemen van medicijnen. Aangezien veel buren zichzelf niet als mantelzorger zien, is waarschijnlijk lang niet alle hulp aan oudere, zieke en andere kwetsbare buren in beeld. Daardoor blijft een deel van de informele zorg door buren onderbelicht. Wil je meer lezen over de hulp van buren met voorbeelden? Bekijk dan deze publicatie over zorgzame straten.
Georganiseerde en ongeorganiseerde vormen van vrijwillige zorg
Het geven van vrijwillige hulp door buren kan op verschillende manieren. Om hier structuur in aan te brengen hebben we het soms over georganiseerde – en ongeorganiseerde vrijwillige hulp.
Bij ongeorganiseerde vrijwillige hulp kiezen vrienden, kennissen, buren en andere buurtbewoners voor een zorg- of ondersteunende rol. Zij geven vaak incidenteel, kortdurend of lichte vormen van ondersteuning. Meestal leveren zij geen intensieve en structurele hulp, en zijn over het algemeen niet de centrale verzorger. Bij georganiseerde vrijwillige hulp wordt de zorg en ondersteuning georganiseerd (mede) door een formele organisatie. Denk aan religieuze organisaties, welzijns- en zorgorganisaties of vrijwilligersorganisaties. Wil je hier meer over (on)georganiseerde vrijwillige hulp? Bekijk dan deze artikelen over ongeorganiseerde vrijwillige zorg of de gemeente en vrijwillige zorg, hulp en ondersteuning.
Tussen ongeorganiseerde vormen en georganiseerde vormen zit nog meer. Denk bijvoorbeeld aan bewonersinitiatieven waarin bewoners (in zekere zin georganiseerd) het op zich nemen om zorg en ondersteuning te bieden aan buurtbewoners die dit nodig hebben. Bewonersinitiatieven kunnen bijdragen aan het vroegtijdig signaleren, oplossen en aanpakken van hulpvragen van buurtbewoners in een kwetsbare positie. Dat maakt dat bewonersinitiatieven belangrijk zijn voor jouw werk, omdat jullie elkaar aanvullen. Lees er meer over in dit artikel.
Limieten aan hulp van buren
Bij vrijwillige hulp van buren is er vaak sprake van een ‘beleefde terughoudendheid’. Dit betekent dat veel buren aangeven het prima te vinden om iemand gezelschap te houden of een paar keer de boodschappen te doen, maar minder bereid zijn om persoonlijke verzorging op zich te nemen of huishoudelijk werk te verrichten. De bereidheid tot het bieden van hulp is bij buren vaak groter wanneer de ‘taak’ minder intimiteit vraag, minder structureel van aard is en/of om minder specialistische kennis en vaardigheden vraagt. Maar dit is niet het enige dat de mate van de zorg en hulp beïnvloedt. Er zijn nog andere factoren te onderscheiden die van invloed zijn op de mate van bereidheid om hulp te geven:
- Morele opvattingen. Het geven van hulp aan familie wordt vanzelfsprekender gevonden dan het geven van hulp aan vrienden, kennissen en buren. Dit komt door een moreel plichtsgevoel dat wordt ervaren binnen familierelaties.
- Zorgopvattingen. Mensen geven eerder hulp of zorg aan anderen wanneer dit als vanzelfsprekend wordt gezien, bijvoorbeeld door de opvoeding. Of wanneer het een onderdeel is van de geloofsregels waar zij aan willen voldoen.
- Fysieke nabijheid. Wanneer er sprake is van een grotere afstand (relatief) tussen familieleden en zorgvragende gezinsleden, geven buren vaker praktische hulp en zorg aan de zorgvragers. Dit vanwege hun fysieke nabijheid.
- De verbondenheid van buurtbewoners. De hoeveelheid en kwaliteit van hulp en zorg die wordt gegeven door buren is afhankelijk van het contact dat in het verleden is opgebouwd. Het is dan ook niet verrassend dat hoe beter de onderlinge band, hoe vaker en intensiever hulp wordt gegeven én gevraagd.
- Het hebben van gedeelde verhalen. Wanneer mensen zichzelf, of een gedeelte van hun eigen leven, herkennen in de zorgvrager zijn ze eerder bereid te de ander te helpen. Hiervoor hoeft iemand niet per se dichtbij te wonen, want ook via werk, school of online kunnen er betekenisvolle contacten zijn opgebouwd.
Naast deze afwegingen waarom buren wel of niet voor elkaar zorgen, zet de landelijke overheid actief in op hulp van buren. Zij willen dat meer buurtgenoten voor elkaar gaan zorgen. Los hiervan is elke buurt en haar bewoners anders. Wat in de ene buurt mogelijk is, is dat niet per se in de andere buurt. Daarnaast is het zorgen voor een ander een individuele keuze waarop de landelijke overheid niet altijd grip heeft.