Vrijwilligersklem

‘Je komt toch wel morgen he? Het is zo fijn om met jou op pad te gaan.’  

‘Dat is goed, tot morgen.’  

Bovenstaand voorbeeld kan op het eerste gezicht een mooi voorbeeld zijn van de betekenis die vrijwilligers kunnen hebben in het leven van mensen. In veel gevallen krijgt de vrijwilliger daar veel voor terug: energie, zingeving, mooie gesprekken, leermomenten, sociale contacten en noem maar op. Vrijwilligers doen vrijwilligerswerk voornamelijk om iets voor een ander te kunnen doen, omdat zij het leuk vinden, omdat ze er zelf iets aan hebben en omdat ze het een zinnige tijdsbesteding vinden. Bijna één op de vijf vrijwilligers vindt het echter ook zwaar. Zij vinden het moeilijk om met het vrijwilligerswerk te stoppen, ook wanneer zij dat wel zouden willen (Sociale Vraagstukken). Dit wordt een vrijwilligersklem genoemd. In bovenstaand voorbeeld is dus de vraag of de (zie vrijwilligersreis) behoeften van de vrijwilliger, de hulpontvanger (en diens naasten) én de organisatie nog goed op elkaar aansluiten. Zou er sprake kunnen zijn van een vrijwilligersklem?  

Het begrip ’vrijwilligersklem’ gaat over de spanning tussen de loyaliteit van de vrijwilliger naar de persoon die ondersteuning ontvangt en de behoeften en grenzen van de vrijwilliger zelf. De vrijwilliger zit ‘klem’ tussen een (potentieel) schuldgevoel en de persoonlijke grens. Zo kunnen zij het moeilijk vinden om met het vrijwilligerswerk te stoppen omdat er geen toekomstige opvolger is, of omdat ze denken dat die er niet is. 

Het vrijwilligerswerk voelt in het begin vaak licht. Veel vrijwilligers beginnen ermee omdat ze het leuk vinden. Toch geeft 1 op de 5 van de vrijwilligers aan dat het (op den duur) zwaar is. Dit gebeurt relatief vaak bij mensen die terminaal zijn of waarbij sprake is van psychische aandoeningen. Verder ervaren vrouwelijke vrijwilligers, vrijwilligers met een midden of hogere opleiding en vrijwilligers met lichte beperkingen het vrijwilligerswerk gemiddeld vaker als zwaar. 

Grenzen vervagen

Een toenemende (hulp)vraag van de persoon die je ondersteunt of verergering van de ziekte kan ervoor zorgen dat een vrijwilliger (steeds) meer taken op zich neemt. 

‘Het is heel moeilijk om grenzen te trekken. Altijd iemand [hulpvrager] die zegt: ‘Ja, maar kan je nog even…’ […] Ja, die wil mijn grens niet accepteren.’ 

Waar vrijwilligerswerk ophoudt en betaald werk begint is niet altijd zo zwart-wit. Soms schiet de betrokken vrijwilliger te hulp waar gaten zitten in de hulpverlening, ook al gaat dit soms hun eigen mogelijkheden te boven. 

Ook ervaren veel vrijwilligers dat professionals niet voldoende oog hebben voor hoe het met hen gaat. Kenmerkend bij de vrijwilligersklem is dat de vrijwilliger vaak in stilte ‘klem zit’ en geen contact zoekt met bijvoorbeeld een coördinator.  

Wat is er nodig?

Regelmatig contact en persoonlijke aandacht van de beroepskracht of coördinator voor de vrijwilliger is belangrijk. Zo behoudt de vrijwilliger plezier in het vrijwilligerswerk en goede informele steun door vrijwilligers. Vraag de vrijwilliger regelmatig naar hoe die het vrijwilligerswerk ervaart, hoe het zit met de tijdsinvestering in combinatie met andere bezigheden. Het is daarbij van belang dat de vrijwilliger vanuit de vrijwilligersorganisatie goed wordt toegerust.  

Meer weten?

De grenzen tussen vrijwilligerswerk en betaald werk | NOV – Platform Vrijwillige Inzet 

Aan de andere kant van de schutting. Inspelen op de toenemende vraag naar vrijwillige inzet | NOV – Platform Vrijwillige Inzet (vrijwilligerswerk.nl) 

Toolkit – Zorg Beter met Vrijwilligers (zorgvoorbeter.nl) 

 

Partners